Hang je zetel aan het plafond
Met de meeste verwarmings-systemen, die warme lucht of convectiewarmte voortbrengen, is dit inderdaad de enige manier om echt van de geproduceerde warmte te genieten. Warme lucht stijgt - dat wisten de gebroeders Montgolfier ook al toen ze de hete-luchtballon uitvonden. Bij convectie- of luchtwarmte bedraagt de kamerlucht-temperatuur gemiddeld 19 tot 25°C op 1,3 m hoogte. Dat hangt vooral af van het weer buiten en de mate waarin de muren van je woning de koude naar binnen uitstralen. Het verschil in luchttemperatuur tussen vloer en plafond wordt al snel 10°C, met aan het plafond zo'n 27°C. Niet alleen een warm hoofd en koude voeten zijn hiervan het gevolg.
Hierin ligt immers een eerste energiewinst voor stralingswarmte. Bij horizontale stralingswarmte hoeft de luchttemperatuur slechts 16 tot 18°C te bedragen, omdat de muren van de woning goed mee opgewarmd worden en uiteraard ook omdat de stralingswarmtebron zelf zorgt voor voldoende warmte-overdracht. Het verschil in luchttemperatuur tussen vloer en plafond bedraagt er slechts 2 tot 4 °C. Hoeveel % energiewinst dit oplevert, is moeilijk te berekenen, want direkt afhankelijk van de hoogte van het plafond. Hoe hoger, hoe beter je er met stralingswarmte voorstaat.
Je woonkamer een sauna
Hiermee willen we er vooral op wijzen dat het indelen van je woonkamer met de hoogteverschillen van een sauna de enige mogelijkheid is om alle bewoners in staat te stellen een individuele temperatuurkeuze te maken. Bij behaaglijkheidstesten valt immers op dat minimum 1 op 8 proefpersonen het absoluut niet eens is met de rest. Warmtebehoefte wordt dus individueel bepaald. Hoge of lage bloeddruk, jong of oud, dik of dun, veel of weinig gegeten,... het speelt allemaal een rol. Gevolg : er wordt meestal hoger gestookt dan voor eenieder nodig of er blijft een minderheid in de kou staan.
De thermostaat bij luchtverwarming laat enkel toe de luchttemperatuur op hoogte van de thermostaat zelf te regelen, waarbij de illusie wordt geschapen dat de gewenste 'kamertemperatuur' wordt afgesteld. Maar die bestaat dus niet en is al evenmin gewenst, gezien we allen zozeer verschillen. De beste woonkamer-inrichting bij luchtwarmte blijft dus deze van een sauna.
Een ander energievoordeel bij stralingswarmte is dat zowel een kouderige bejaarde als een energieke jongeling in één en dezelfde ruimte wel een plaats vinden die hun bevalt, dwz. dichter of verder van de stralingsbron. De sterkte van de warmtestraling neemt immers af, als de te overbruggen afstand vergroot. Opnieuw valt deze energiewinst bij stralingswarmte moeilijk te bereken, maar het kan duidelijk een groot verschil uitmaken.
Luchtverversing = warmteverspilling
Bij luchtverwarming blijft het een eeuwig dilemma. Om energie te besparen willen we zo weinig mogelijk warme lucht verliezen. Maar tegelijk is luchtverversing zo essentiëel voor een gezond binnenhuismilieu en veroorzaakt de isolatiewoede van de laatste decennia steeds meer allergische reacties, waarbij asthma het meest opvalt. Meer hierover in isolatie en ventilatie. De binnenlucht voortdurend verversen is dus gewoon een noodzaak en het enige wat we hier voor luchtverwarming uit kunnen besluiten, is dat de functie van lucht als energiedrager niet echt samen gaat met de functie van lucht als zuurstofleverancier.
En ook hier betekent stralingswarmte zuivere energiewinst. Slechts een beperkt deel van de voortgebrachte energie wordt op de kamerlucht overgedragen. Het zijn de muren van de woning die de meeste warmte opslaan. Het warmteverlies via de muren is daarbij heel wat geringer dan bij kamerlucht. Reeds bij normaal geïsoleerde muren, overeenkomstig de bouwvoorschriften, zou het energieverlies via de muren slechts een tiende bedragen van het energieverlies via opgewarmde lucht, bij een ventillatievoud van 1 maal per uur. Dat is zonder meer een vaststelling van enorm belang, temeer daar het warmteverlies doorheen muren probleemloos door een betere wandisolatie verder kan worden ingeperkt. Het is vandaag reeds praktisch mogelijk ervoor te zorgen dat van de warmte die gedurende een volledige dag in muren wordt opgeslagen, slechts 1/4 per dag verloren gaat. Dat kan wat aan energieverbruik en stookkosten schelen, zonder de gezondheid in gevaar te brengen.
Het is daarenboven interessant vast te stellen dat een hogere hoeveelheid warmte die in muren wordt opgeslaan en bijgevolg een hoger verlies via deze muren zou betekenen, gecompenseerd wordt door de betere isolatiewaarde van warme en dus drogere muren. 1 % minder vocht in de muren levert gemiddeld al 10 % minder warmteverlies op.
Nieuwe berekeningswijze voor verwarmingstoestellen ?
Het is bij deze duidelijk geworden dat binnen de huidige energiebesparingspolitiek een andere weg moet worden ingeslagen. Isolatie blijft belangrijk, maar niet ten nadele van een gezonde luchtverversing, zodat de nadruk moet komen te liggen op het sterker inzetten van stralingswarmte. Dat levert overigens ook op zich een belangrijk gezondheidsvoordeel.
Duidelijk is ook dat daartoe een nieuwe berekeningswijze moet worden ontwikkeld voor het vaststellen van de verwarmingscapaciteit en het verbrandingsrendement van verwarmingstoestellen. Een berekeningswijze die rekening houdt met de hoeveelheid geproduceerde warmte die je echt kan benutten zonder tegenaan het plafond te moeten hangen en met de mate waarin individuen zelf hun warmteverbruik kunnen bepalen. En vooral met de hoeveelheid geproduceerde warmte die bij een normale luchtverversing in je woning aanwezig blijft. Ondertussen kunnen systemen die stralingswarmte met lange golflengte produceren best een overheidssteuntje in de rug gebruiken, al was het maar een informatiekampagne ten voordele van deze stralingswarmte.