VERLIEFD OP SPEKSTEENWARMTE ?
Waanner U een verwarmingstoestel koopt is het aantal kilowatts duidelijk niet alleen van tel. Mensen houden van onze speksteenkachels, wat van convectoren moeilijk kan gezegd worden. Wie weet wat een dosis speksteenwarmte nog kan teweeg brengen wanneer je moe thuis komt na een lange dag ? De avond kan nog een aangename verrassing inhouden… Vraag is, voelt het gewoon goed of gebeurt er iets meer vitaals ? We beginnen dat nu pas goed te begrijpen.
DE THERMOSTAAT IN UW LICHAAM
Voor een belangrijk deel van onze evolutie en die van onze voorouders de zoogdieren, verbleven we in erg warme streken. De warmte die ontstaat bij het verteren van ons eten, dat wordt verbrand in onze cellen, moest dan ook worden afgevoerd. Onze innerlijke thermostaat is dus vooral gericht op het afkoelen van ons lichaam, zodat onze lichaamstemperatuur stabiel blijft om en bij de 36,5 °C. Het grootste deel van dat warmteverlies gebeurt via de huid, met een gemiddelde temperatuur van 30-32 °C.
Wanneer je het warm hebt, pompt het lichaam meer warm bloed onder de huid, die daardoor wat roder wordt. Vandaar wordt de warmte uitgestraald, waarbij we ongeveer evenveel warmte produceren als een gloeilamp van 100 W. Deze stralingswarmte is goed voor ongeveer de helft van onze warmteproduktie. De stroming van koudere lucht langsheen onze huid, alsook onze ademhaling en de verdamping van zweet, zijn andere wegen waarlangs warmte afgevoerd wordt.
Toen de mens koudere streken bereikte bleek zijn lichaam tot weinig hulp in staat. Wanneer we het koud hebben, trekt het bloed zich zo veel mogelijk uit de huid terug, om afkoeling te voorkomen. Je kan dan bleek zien van de kou. Wanneer dit niet volstaat is de enige reactie die het lichaam nog kan opbrengen het bibberen en tandenklapperen. Deze spierbewegingen produceren immers warmte. Je kan net zo goed wat op en neer huppelen. De prehistorische mens moest dus wel warme kledij en een betere accomodatie ontwikkelen. Gelukkig was er ook het houtvuur om het lichaam in extra warmte te voorzien.
DE KWALITEIT VAN KILOWATTS
Wanneer je in de zon zit of bij een stralingswarmtekachel, dan wordt warmte op een heel speciale manier op het lichaam overgedragen. Wetenschappers noemen dit stralingswarmte of infrarood licht. Warmtestralen verwarmen elk voorwerp waarop ze vallen. Het is een onzichtbare lichtsoort, die evenwel kan gefotografeerd worden. Het heeft niets van doen met radio-aktieve stralen ! Je kat maakt er handig gebruik van om muizen te vinden in het donker. Het heet infrarood omdat de golflengte van dit licht net iets langer is dan in rood licht.
Warmtestralen van zeer hete objekten kunnen tot 4 cm diep in je huid doordringen, alhoewel 1 mm al volstaat. Net onder de isolerende hoornlaag van je huid stroomt tot 1/4 van al je bloed, dat de warmte naar de rest van het lichaam brengt. Zolang de temperatuur van het stralende oppervlak hoger ligt dan die van je huid (30-32 °C), gebeurt een direkte warmteoverdracht naar je lichaam. Bij een stralingswarmtekachel zitten is precies daarom een bijna sensuele ervaring, heerlijk als je net uit de koude van buiten komt.
Wanneer de kamerlucht wordt opgewarmd tot de typische 21-24 °C, dan is ze daarentegen niet in staat je lichaam op te warmen. Je huid (30-32°C) zal nog steeds warmte aan deze lucht verliezen, alleen minder dan met koudere lucht. Luchtverwarming warmt je dus niet op. Het zorgt er enkel voor dat je het niet te koud krijgt. Een kamerluchttemperatuur van 32 °C of meer is niet behaaglijk, omdat het je adem sterk doet versnellen. Het geeft een benauwd gevoel en produceert onrust.
Met stralingswarmte kan de kamerlucht relatief koel blijven (18-20°C), omdat de warmtestralen compenseren. Koudere kamerlucht heeft relatief weinig invloed op het lichaam, omdat lucht eerder weinig warmte kan afvoeren en de hoornlaag je huid vrij goed isoleert. Het staat toe traag en rustig te ademen.
Koude straling, zoals die in een kamer met koude muren optreedt, is eerder onaangenaam. Zelfs indien de luchttemperatuur nogal hoog is, zal deze koude straling het bloed uit de huid doen terugtrekken en een voortdurende aanval op de lichaamstemperatuur vormen. Dit is typisch voor luchtverwarming, die de muren slechts in beperkte mate mee opwarmt.
SPEKSTEENWARMTE ZIT OP JE GOLFLENGTE
Voor het warmtecomfort speelt de golflengte van stralingswarmte een belangrijke rol. De speksteenwarmte van onze houtkachels zit op een golflengte van gemiddeld 8 tot 9 µm. Dat is precies de golflengte van onze natuurlijke lichaamsstraling. Volgens wetenschappers biedt dit een mogelijke verklaring voor de vele lofbetuigingen die onze speksteenwarmte doorheen de jaren van onze klanten mocht ontvangen. De golflengte van hete metaaloppervlakken is veel korter. Deze stralingswarmte voelt agressiever aan van dichtbij, maar reikt niet erg ver.
Een voordeel van stralingswarmte is ook dat zowel een kouderige oma als een stralende jongeling in eenzelfde ruimte wel een plaats vinden die hen bevalt, dichter of verder van de stralingsbron. Met luchtwarmte daarentegen heb je last van een vertikaal temperatuurverschil dat tot 10 °C kan bedragen, met een warm hoofd en koude voeten als gevolg. Dat stelt onze innerlijke termostaat uiteraard voor een dilemma. De thermostaat van de luchtverwarming geeft daarbij enkel de illusie een "ideale kamertemperatuur" te garanderen. In werkelijkheid zou je voor een maximaal komfort deze kamer beter van hoogteverschillen voorzien. Net zoals in een sauna en dan kan oma bovenin.