Globale kosten

Wanneer u een verwarmingstoestel aanschaft moet u de afschrijving van de aankoop- en installatiekosten rekenen, alsook de latere verbruiks- en onderhoudskosten. Daarnaast kunt u ook nog rekening houden met de duurzaamheid van het toestel en met de kosten en baten van isolatie.

Aankoopkosten

Meestal koncentreert de koper zich op de aankoopkosten. Dat geld moet immers bij aankoop beschikbaar zijn. Het is evenwel belangrijk in te zien dat de jaarlijkse andere kosten tot meer dan 50 % van het totaal kunnen oplopen.

Een goedkoop toestel kiezen kan dan ook betekenen een geldverbrandingsoven in huis te halen, indien het gaat om een toestel met heel laag verbrandingsrendement, een laag nuttig rendement en een beperkte duurzaamheid, zodat je de investering op zeer korte termijn moet afschrijven. Dit is eigenlijk alleen een optie als je gewoon kort bij kas zit.

Wanneer je de aankoopkosten van verschillende systemen voor een volledige woning vergelijkt, dan zijn de verschillen niet zo belangrijk. Heel anders is het wanneer je reeds over een centrale verwarming beschikt en op zoek bent naar een extra sfeerverwarmingstoestel. Dan zijn de verschillen tussen eenvoudige metalen kachels enerzijds en moderne metalen kachels, alsook sierschouwen en accumulerende houtkachels anderzijds, erg groot.

Metalen verwarmingstoestellen alsook centrale verwarmingssystemen worden meestal afgeschreven op 10 jaar, omdat dan de kosten van vervanging van onderdelen kunnen beginnen oplopen. Dat hangt uiteraard ook af van de zorg waarmee het toestel gebruikt wordt. Het te hard stoken is zowat het slechtste wat je kan doen. Speksteenkachels kunnen mits wat zorg meer dan een eeuw meegaan, omwille van de extreme duurzaamheid van de speksteen, dus daar is de afschrijving op veel langere termijn te zien. Tegelkachels gaan niet zo lang mee als speksteenkachels.

Installatiekosten

Voor metalen kachels zijn die meestal uiterst miniem omdat de plaatsing en aansluiting erg weinig tijd vraagt. Voor alle verwarmingstoestellen die ter plaatse worden opgebouwd moet wel met de plaatsingskosten worden rekening gehouden. De opbouw van een speksteenkachel duurt 1 tot 2 dagen, afhankelijk van de grootte. Bij tegelkachels, die moeilijker op te bouwen zijn en voor een vergelijkbare capaciteit ook stukken groter, duurt de opbouw al snel 3 dagen of meer. Voor sierschouwen hangt alles af van het specifieke ontwerp.

Verbruikskosten

Om deze te kennen dient u eerst en vooral de aankoopprijs van de brandstof te kennen. Deze dient u vervolgens te combineren met de kalorische waarde van de brandstof, het aantal KW dat 1 Kg of m3 brandstof U oplevert. Voor electrische energie is dat niet nodig, omdat het geen brandstof is en de prijs direkt in KW wordt berekend. Dit levert ongeveer volgende waarden op:

Energiebron: BEF/kWh: Fl./kWh:
Hout 0,87 0,034
Stookolie 1,12 0,117
Kolen 1,20 0,187
Gas 1,45 0,085
Electriciteit (nachttarief) 2,71 0,600
Electriciteit (dagtarief) 5,30 0,325


Gemiddelde kosten per kWh van diverse energiebronnen over de periode 1997-1999

Voor brandhout is de prijs uiteraard veel flexibeler dan voor de andere energiebronnen. Als U zelf een zaag ter hand neemt kost het u misschien wel niets. In deze berekeningen werd gerekend met een prijs van 2,7 BEF/kg en 0,12 Fl/Kg. Dit op basis van een telefonische enquete bij 5 verschillende leveranciers per land.

Maar het stopt uiteraard niet met de kost van de KW. De vraag is ook wat uw verwarmingstoestel daarmee aanvangt. Dit wordt bepaald door het verbrandingsrendement en nog beter door het nuttig rendement. Hierna een overzicht van de verbruikskosten van diverse verwarmingstoestellen in relatie tot dit nuttig rendement, dat de meest realistische waarden oplevert:

Toestel-type: Nuttig rendement: BEF/KW: FL./KW:
Open haard +/- 15 % +/- 5,80 +/- 0,226
Klassieke houtkachel +/- 45 % +/- 1,93 +/- 0,075
Inbouwhaard op hout +/- 60 % +/- 1,45 +/- 0,056
Inzethaard op hout +/- 65 % +/- 1,33 +/- 0,052
Klassieke CV-ketel op aardgas +/- 49 % +/- 2,96 +/- 0,173
Klassieke CV-ketel op stookolie +/- 48 % +/- 2,33 +/- 0,244
Moderne metalen houtkachel +/- 75 % +/- 1,16 +/- 0,045
Moderne kolenkachel +/- 80 % +/- 1,50 +/- 0,234
Moderne gaskachel +/- 85 % +/- 1,70 +/- 0,100
Hoog-rendements CV-ketel op aardgas +/- 72 % +/- 2,01 +/- 0,118
Electrische verwarming (nachttarief)    100 % +/- 2,71 +/- 0,325
Electrische verwarming (dagtarief)    100 % +/- 5,30 +/- 0,600
Warmte-accumulerende tegel-houtkachel +/- 90 % +/- 0,97 +/- 0,037
Warmte-accumulerende speksteen houtkachel +/- 90 % +/- 0,97 +/- 0,037

Gemiddelde verwarmingskosten bij diverse verwarmingstoestellen.

Met hout stoken is dus duidelijk zuinig en met electriciteit verwarmen duur. En dat kan op een jaar tijd al heel wat verschil maken. De combinatie van de goedkoopste energiebron en de hoogste nuttige warmte vinden we bij de warmte-accumulerende houtkachels. Deze mogen dus al relatief duur zijn in aankoop, op termijn sparen ze hopen geld. En dan wordt hier nog geen rekening gehouden met de warmtewinst door energiebesparende stralingswarmte. Moderne metalen houtkachels met een hoog verbrandingsrendement scoren ook erg goed en zijn goedkoper in aankoop.

De slechtste keuzes zijn open haarden, met een belachelijk rendement en die met sierschouw en al even duur in aankoop kunnen zijn dan tegel- of speksteenkachels. Electrische verwarmingstoestellen mogen dan al spotgoedkoop zijn in aankoop, op termijn zijn het echte geldverslinders.

Onderhoudskosten

Voor centrale verwarmingssytemen moet rekening gehouden worden met een jaarlijks onderhoud dat 2000 tot 6000 BEF of 100 tot 300 FL wordt betaald. Vergelijkbaar zijn de kosten van het schoorsteenvegen bij kachels en haarden. Bij toestellen die een echt goede verbranding geven en bij gebruik van een goede brandhoutkwaliteit hoeft dit in principe niet jaarlijks te gebeuren, al hebt u voor de brandverzekering wel nood aan bewijzen daarvan